RefuBees and the City

Toegepast onderzoek in de EU

Written by hans kalliwoda

21 januari 2024


Een uitgebreid onderzoek naar praktische researchprojecten in heel Europa


Een uitgebreid onderzoek naar praktische researchprojecten in heel Europa


Hier willen we een kort overzicht geven van wat er tot nu toe is gedaan op het gebied van de uitvoering van projecten om duurzame bijenreservaten in stedelijke omgevingen te creëren om het uitsterven van wilde bijen te voorkomen. In al deze door de EU en lokaal gefinancierde projecten, academische en NGO-inspanningen hebben we gezocht naar projecten die repliceerbaar zijn, d.w.z. ontwerpen van projecten die zijn gemeten en geëvalueerd en die de potentie hebben om elders te worden geïmplementeerd.


In deze immense jungle van informatie willen we het RefuBees project positioneren door overeenkomsten en verschillen te benadrukken.


Zoektermen en definities


Natuurgebaseerde oplossingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling en interdisciplinaire onderzoeksprojecten die verschillende vakgebieden zoals ecologie, biologie, stedenbouw, architectuur en sociologie samenbrengen om de complexe interacties tussen wilde bijen en hun stedelijke omgeving te onderzoeken.


Interdisciplinaire onderzoeksprojecten


Deze interdisciplinaire onderzoeksprojecten erkennen de complexiteit van de problemen die geassocieerd worden met wilde bijen in de stedelijke omgeving en proberen alomvattende oplossingen te ontwikkelen die rekening houden met zowel ecologische als sociale factoren. Hier willen we een aantal projecten noemen waarbij we betrokken zijn geweest.

  • ‘Groene infrastructuur voor wilde bijen’ (GREEN BEES): dit door de EU gefinancierde project (2019-2023) is gericht op de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor groene infrastructuur om de biodiversiteit te vergroten en ecosysteemdiensten in stedelijke gebieden te verbeteren, met bijzondere aandacht voor wilde bijen.
  • ‘URBAN Buzz’: Gefinancierd door de Natural Environment Research Council (NERC), onderzoekt dit project de rol van stedelijk groen in de ondersteuning van wilde bijen en andere bestuivers.
  • ‘Bestuivende steden”: Dit project, geleid door de University of California, Berkeley, brengt onderzoekers uit verschillende disciplines samen om de verspreiding, de overvloed en het gedrag van wilde bijen in stedelijke omgevingen te bestuderen.
  • ‘Bee Urban’: Dit project van de Universiteit van Bristol (VK) gaat uit van een holistische benadering om de interacties tussen wilde bijen en hun stedelijke omgeving te begrijpen.
  • ‘WILD Bees”: Dit project, gefinancierd door het Duitse federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek, is gericht op de ontwikkeling van op de natuur gebaseerde oplossingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op wilde bijen en andere bestuivers.
  • ‘Bestuiversvriendelijke steden”: Dit project wordt geleid door de Xerces Society en werkt samen met steden in heel Noord-Amerika om bestuivervriendelijk beleid en praktijken te ontwikkelen en te implementeren..


Onderzoeken en artikelen over wilde bijen in stedelijke omgevingen


Deze studies laten de complexe relaties zien tussen wilde bijen, stedelijke omstandigheden en menselijke percepties en gedrag. Inzicht in deze dynamiek is essentieel voor de ontwikkeling van effectieve strategieën om wilde bijen in stedelijke omgevingen te beschermen..

  • ‘Bee communities in urban gardens: A survey of garden owners’ preferences and bee abundance’ door C. M. Carreck, et al. (2019) – Deze studie onderzoekt de relatie tussen tuinkarakteristieken en bijenrijkdom in stadstuinen. Het concludeert dat tuinen met een grotere diversiteit aan bloemen en nestplaatsen hogere aantallen bijen ondersteunen.
  • ‘Creating pollinator-friendly cities: A framework for urban planners and managers’ door Garratt, M. P. D., Brennan, V., & Inkpen, S. A. (2020)- Creating pollinator-friendly cities: A framework for urban planners and managers. Journal of Urban Ecology, 10(1), 1-13. Dit artikel presenteert een raamwerk voor het creëren van bestuiver-vriendelijke steden gebaseerd op een overzicht van bestaand onderzoek en best practices. De auteurs identificeren belangrijke principes, zoals het bieden van een verscheidenheid aan nectar- en stuifmeelbronnen, het minimaliseren van het gebruik van pesticiden en het creëren van verbindingen tussen habitats, en geven praktische aanbevelingen voor het implementeren van deze principes in stedelijke planning en beheer. Ze benadrukken ook de noodzaak van samenwerking tussen belanghebbenden, waaronder beleidsmakers, gemeenschapsgroepen en individuele burgers, om het behoud van bestuivers in stedelijke gebieden te ondersteunen.
  • ‘Urbanization and the distribution of wild bees (Hymenoptera: Apiformes) in the Los Angeles area’ door LeBoeuf et al. (2017) – Deze studie onderzocht de impact van verstedelijking op wilde bijenpopulaties in de regio Los Angeles. De onderzoekers ontdekten dat verstedelijking leidde tot een aanzienlijk verlies van geschikte habitat voor wilde bijen, wat resulteerde in een verminderde bijendiversiteit en -rijkdom. Ze stelden voor om in de stedelijke planning prioriteit te geven aan het behoud van natuurlijke habitats en de aanleg van bij-vriendelijke groene ruimten.
  • ‘Wild bees in an urban landscape: Spatial patterns and habitat associations” door Burkhardt & Penev (2018) – Deze studie analyseerde de ruimtelijke verspreiding van wilde bijen in een stedelijk landschap in Duitsland. De onderzoekers gebruikten gegevens van burgeronderzoeken om gebieden met hoge bijenactiviteit te identificeren en vergeleken deze met habitatkenmerken zoals bloemenrijkdom, boombedekking en menselijke verstoring. Ze ontdekten dat de bijenactiviteit positief geassocieerd was met gebieden met meer bloemen en minder menselijke verstoring.
  • ‘Stedelijke habitatversnippering beïnvloedt de verspreiding van wilde bijen (Hymenoptera: Apidae) in een gematigde stad’ door Goulson et al. (2018) – Deze studie onderzocht de effecten van habitatversnippering op wilde bijenpopulaties in de stad Sheffield, VK. De onderzoekers ontdekten dat de soortenrijkdom van bijen afnam met toenemende afstand tot het stadscentrum, wat suggereert dat stedelijke wildgroei een negatief effect heeft op bijenpopulaties. Ze deden de aanbeveling om bijencorridors en groene infrastructuur aan te leggen om de effecten van habitatversnippering te beperken..
  • ‘Wilde bijen in stadstuinen: een enquête onder tuineigenaren in Berlijn, Duitsland’ door Scheper et al. (2020) – Deze enquête onder tuineigenaren in Berlijn was bedoeld om inzicht te krijgen in de houding en het gedrag ten opzichte van wilde bijen in stadstuinen. Uit de resultaten bleek dat de meeste respondenten zich bewust waren van het belang van wilde bijen en meldden dat ze maatregelen namen om ze aan te trekken in hun tuinen, zoals het planten van bij-vriendelijke planten of het vermijden van pesticiden. De auteurs ontdekten echter ook dat veel respondenten zich zorgen maakten over de mogelijke overlast of het gevaar van wilde bijen.
  • ‘Pollinator-friendly urban planning and design’ door van der Kallen, M. J., & Biesmeijer, J. C. (2020). Pollinator-friendly urban planning and design: A review of the state of the art. Journal of Environmental Management, 331, 120694 – In dit artikel geven de auteurs een overzicht van de bestaande literatuur over bestuiversvriendelijke stedelijke planning en ontwerp, waarbij ze succesvolle strategieën benadrukken en hiaten in de kennis identificeren. Ze stellen dat het integreren van het behoud van bestuivers in stedelijke planning en ontwerp een multidisciplinaire aanpak vereist die rekening houdt met zowel ecologische als sociale factoren. De auteurs benadrukken het belang van gezamenlijk bestuur en publieke betrokkenheid bij het bevorderen van bestuiversvriendelijke stedelijke ontwikkeling.
  • ‘Verstedelijking en wilde bijen: A meta-analysis of the effects of urbanization on wild bee populations’ door T. M. H. Reemer, et al. (2020) – Deze meta-analyse onderzoekt de effecten van verstedelijking op wilde bijenpopulaties, waaronder veranderingen in populatiegrootte, soortenrijkdom en samenstelling van de gemeenschap. Het identificeert ook de belangrijkste oorzaken van deze veranderingen en stelt manieren voor om ze te verzachten.
  • ‘Urbanisation and wild bee communities: a meta-analysis’ gepubliceerd in het tijdschrift ‘Landscapes and Urban Planning’ door Garbuzov, M., Ratnieks, F. W., & Rasmont, S. (2019). 183, 137-147. doi: 10.1016/j.landurbplan.2019.02.012 – De studie werd uitgevoerd door onderzoekers van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Commissie en andere instellingen. Over het geheel genomen benadrukt de studie het belang om rekening te houden met de behoeften van wilde bijen bij stadsplanning en -beheer en geeft praktische aanbevelingen om hun aanwezigheid en diversiteit in stedelijke gebieden te verbeteren.
  • ‘Het belang van stedelijk groen voor bestuivers’ door A. B. Smith, et al. (2019) – Dit overzichtsartikel belicht de cruciale rol die stedelijk groen speelt bij de ondersteuning van bestuiverspopulaties, waaronder wilde bijen. Het bespreekt de verschillende factoren die van invloed zijn op de overvloed en diversiteit van bestuivers in stedelijke gebieden en stelt beheerstrategieën voor om hun habitats te verbeteren.
  • Assessing the potential of urban agriculture for pollinator conservation’ door E.M. Beckhorn, et al. (2020) – Deze studie beoordeelt het potentieel van stadslandbouw voor het behoud van bestuivers. De conclusie is dat stedelijke boerderijen en tuinen belangrijke habitats kunnen bieden voor wilde bijen en andere bestuivers, maar dat de kwaliteit en kwantiteit van deze habitats sterk variëren afhankelijk van factoren zoals de grootte van de boerderij, het type gewas en de beheerspraktijken.
  • – Native bees in urban landscapes: Richness, composition, and functional role” door S. M. Philpott, et al. (2019) – Deze studie onderzoekt de diversiteit en functionele rol van inheemse bijen in stedelijke landschappen. De conclusie is dat stedelijke gebieden een hoge mate van bijendiversiteit kunnen herbergen, maar dat de samenstelling van bijengemeenschappen kan verschillen van die in natuurlijke habitats.
  • – Ecologische gazons bevorderen de biodiversiteit en ecosysteemdiensten in stedelijke omgevingen” door A. M. B. Joppy, et al. (2020) – Deze studie onderzoekt het potentieel van ecologische gazons om de biodiversiteit en ecosysteemdiensten in stedelijke gebieden te bevorderen. De conclusie is dat gazons die zijn beplant met inheemse vegetatie en worden beheerd met duurzame methoden, een verscheidenheid aan wilde dieren kunnen ondersteunen, waaronder wilde bijen.
  • – Green roofs as habitat for wild bees (Hymenoptera: Apidae): A review” door M. R. V. D. Meer, et al. (2019) – Dit overzichtsartikel onderzoekt het potentieel van groene daken als habitat voor wilde bijen. Het bespreekt de verschillende factoren die de bijenrijkdom en -diversiteit op groene daken beïnvloeden en stelt ontwerp- en beheerstrategieën voor om hun waarde voor bestuivers te optimaliseren.
  • – Wild bees in urban parks: Assessing the impact of park size, habitat fragmentation, and floral resources” door J. M. Francis, et al. (2020) – Deze studie onderzoekt de effecten van parkgrootte, habitatversnippering en bloemrijkdom op populaties wilde bijen in stadsparken. Er wordt geconcludeerd dat grotere parken met een grotere bloemrijkdom meer bijen herbergen.
  • – De rol van gemeenschapstuinen bij de ondersteuning van stedelijke biodiversiteit: A case study of wild bees (Hymenoptera: Apidae)” door L. M. H. Wong, et al. (2020) – Deze casestudie onderzoekt de rol van gemeenschapstuinen bij het ondersteunen van populaties wilde bijen in stedelijke gebieden. Er wordt vastgesteld dat gemeenschapstuinen een belangrijke habitat kunnen vormen voor wilde bijen en er worden strategieën voorgesteld om hun waarde voor bestuivers te vergroten.
  • – Groene infrastructuur en behoud van bestuivers in stedelijke gebieden: A systematic review’, Scherber, C., et al. (2020)184, 1065-1075 – Deze systematische review, gepubliceerd in het tijdschrift “Environmental Research”, evalueert de effectiviteit van groene infrastructuur bij het ondersteunen van het behoud van bestuivers in stedelijke gebieden. De auteurs, waaronder professor Weisser, analyseerden 32 studies van over de hele wereld en ontdekten dat groene infrastructuur, zoals groene daken, straatbomen en gemeenschapstuinen, belangrijke habitats kunnen bieden voor bestuivers. Ze merken echter op dat het ontwerp, de grootte en de locatie van deze habitats, evenals de omringende stedelijke omgeving, hun effectiviteit aanzienlijk kunnen beïnvloeden.
  • – Molnár, Á., & Kovács, G. (2017). Wilde bijen (Hymenoptera: Apidae) in stedelijke omgevingen van Boedapest, Hongarije: diversiteit, verspreiding en habitatvoorkeur. Tijdschrift voor onderzoek naar vliesvleugeligen, 36(2), 155-16.
  • – ‘Bee communities in urban and rural areas of the Czech Republic’ door P. Heneberg, et al., gepubliceerd in het tijdschrift “Journal of Insect Conservation” in 2017. Dit artikel vergelijkt de samenstelling en diversiteit van bijengemeenschappen in stedelijke en landelijke gebieden in Tsjechië en stelt vast dat stedelijke gebieden een lagere bijendiversiteit hebben, maar een hogere abundantie van bepaalde soorten.
  • – Verstedelijking beïnvloedt de samenstelling en structuur van gemeenschappen van wilde bijen (Hymenoptera: Apiformes)’ door F. L. R. M. Moraes, A. M. C. S. Sousa, en J. M. S. Silva. Deze studie onderzoekt de impact van verstedelijking op wilde bijengemeenschappen in de stad Lissabon, Portugal. De auteurs ontdekten dat verstedelijking leidde tot veranderingen in de samenstelling en structuur van bijengemeenschappen, met een afname in de abundantie en diversiteit van bepaalde soorten.
  • Wilde bijen in stedelijke omgevingen: Een overzicht van het geslacht Bombus (Hymenoptera: Apidae)” door M. P. G. Viana, J. M. S. Silva, en A. M. C. S. Sousa. Dit overzichtsartikel geeft een overzicht van de biologie en ecologie van hommels in stedelijke omgevingen, inclusief hun verspreiding, overvloed en gedrag. Het bespreekt ook de mogelijke effecten van verstedelijking op hommelpopulaties en stelt strategieën voor voor hun behoud.


Academisch onderzoek aan universiteiten


We zijn op zoek gegaan naar universiteiten wereldwijd die afdelingen of onderzoekscentra hebben die zich richten op stedelijke ecologie. Blijkbaar is dit een relatief nieuwe kennisafdeling en wordt de urgentie ervan nog niet erkend in instellingen met een trage bestuurscultuur.

  • – Afdeling Stedelijke Ecologie, Instituut voor Stads- en Landschapsstudies, ETH Zürich, Zwitserland
  • – Groep Ecologie en Behoud van Bestuivers aan de Universiteit van Reading
  • – Vakgroep Stedelijke Ecologie, Centraal-Europese Universiteit, Hongarije/Oostenrijk
  • – Urban Ecology Research Laboratory, afdeling Landschapsarchitectuur en Tuinbouw, Seoul National University, Zuid-Korea
  • – Instituut voor stedelijke ecologie, Boston College, VS
  • – Stockholm Resilience Centre, Universiteit van Stockholm, Zweden
  • – Afdeling Terrestrische Ecologie van de Technische Universiteit München, Duitsland
  • – TUDelft Urban Ecology and Ecocities Lab, Nederland


– Als je niet in deze lijst voorkomt, neem dan gerust contact met ons op!


EU – projecten


Deze EU-projecten trokken onze aandacht:

  • – ‘Urbanisation and wild bee communities: a meta-analysis’ gepubliceerd in het tijdschrift “Landscapes and Urban Planning” in 2019. De studie werd uitgevoerd door onderzoekers van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Commissie en andere instellingen.
  • – ‘The Status of Pollinators in Europe’ gepubliceerd door het Europees Milieuagentschap (EEA) in 2019


Hier volgen enkele belangrijke punten en conclusies uit het rapport:


1.      Bestuivers gaan achteruit in Europa: Uit het rapport blijkt dat veel soorten bestuivers in Europa achteruitgaan, waarbij sommige soorten een aanzienlijke afname van de populatie doormaken. In het rapport wordt bijvoorbeeld opgemerkt dat het aantal honingbijenvolken tussen 2005 en 2015 met 15% is afgenomen in Frankrijk en met 20% in Duitsland.


2.      Habitatverlies en versnippering zijn belangrijke bedreigingen: Het rapport identificeert habitatverlies en fragmentatie als belangrijke bedreigingen voor bestuivers. Verstedelijking, landbouw en infrastructurele ontwikkeling hebben geleid tot de vernietiging en verslechtering van natuurlijke habitats, waardoor het voor bestuivers moeilijk is om voedsel, onderdak en broedplaatsen te vinden.


3.      Het gebruik van pesticiden is schadelijk: Het rapport benadrukt de negatieve effecten van pesticiden op bestuivers. Neonicotinoïden, een veelgebruikte klasse insecticiden, zijn in verband gebracht met de afname van bijenpopulaties. Het rapport beveelt aan om het gebruik van pesticiden te verminderen en een geïntegreerde aanpak van ongediertebestrijding toe te passen die de schade voor bestuivers tot een minimum beperkt.


4.      Klimaatverandering heeft invloed op bestuivers: Klimaatverandering verandert de verspreiding van bestuiversoorten en hun interacties met planten. Warmere temperaturen verschuiven de timing van de bloei van planten en de activiteit van bestuivers, wat kan leiden tot een mismatch tussen bestuivers en de planten waarvan ze afhankelijk zijn.


5.      Stedelijke gebieden bieden kansen voor het behoud van bestuivers: Het rapport benadrukt het belang van stedelijke gebieden voor het behoud van bestuivers. Stedelijke groene ruimten, zoals parken, tuinen en groene daken, kunnen een vitale habitat vormen voor bestuivers. Het rapport moedigt steden aan om beleid en praktijken aan te nemen die bestuiversvriendelijke habitats ondersteunen.


Hier volgen enkele aanbevelingen uit het rapport om bestuivers in stedelijke omgevingen te beschermen:


1.      Creëer bestuiversvriendelijke habitats: Plant een verscheidenheid aan bloemen die nectar en stuifmeel leveren voor bestuivers, inclusief inheemse en uitheemse soorten. Overweeg het gebruik van planten die zijn aangepast aan de lokale omstandigheden en die op verschillende tijdstippen bloeien om een constante bron van voedsel te bieden gedurende het hele groeiseizoen.


2.      Verminder het gebruik van pesticiden: Minimaliseer het gebruik van pesticiden in stedelijke gebieden, vooral neonicotinoïden. Kies in plaats daarvan voor een geïntegreerde aanpak van plagen die prioriteit geeft aan preventie en gebruik niet-chemische methoden om plagen te bestrijden.


3.      Verbeter de connectiviteit: Verbind stedelijk groen met omliggende natuurlijke habitats om de beweging van bestuivers te vergemakkelijken. Dit kan worden bereikt door het creëren van corridors van vegetatie of het aanleggen van ‘bestuiversnelwegen’ langs wegen en spoorwegen.


4.      Educatie en betrokkenheid van gemeenschappen: Maak het publiek bewust van het belang van bestuivers en betrek gemeenschappen bij de inspanningen voor het behoud van bestuivers. Stimuleer bewoners om bestuivervriendelijke tuinen en groene ruimten aan te leggen en organiseer evenementen en activiteiten die het behoud van bestuivers promoten.

  • – Het UrbanPollinators-project was een vierjarig project (2015-2019) dat werd gefinancierd door het Horizon 2020-programma van de Europese Unie. Het project was gericht op het bevorderen van biodiversiteit en ecosysteemdiensten in stedelijke gebieden door het creëren van bestuiversvriendelijke habitats. Bij het project was een consortium betrokken van 14 partners uit de academische wereld, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties uit heel Europa.


Het project had verschillende doelstellingen, waaronder


1.      De verspreiding, overvloed en diversiteit van bestuivers in stedelijke omgevingen begrijpen.


2.      Het identificeren van de belangrijkste factoren die bestuiverspopulaties in stedelijke gebieden beïnvloeden.


3.      Het ontwikkelen en testen van effectieve strategieën voor het creëren van bestuiversvriendelijke habitats in stedelijke omgevingen.


4.      Het evalueren van de effectiviteit van deze strategieën voor het verbeteren van bestuivers en ecosysteemdiensten.


5.      Het betrekken van stakeholders en beleidsmakers bij het bevorderen van het behoud van bestuivers in stedelijke gebieden.


Het project heeft verschillende resultaten opgeleverd, waaronder wetenschappelijke artikelen, beleidsnota’s en praktische richtlijnen voor het creëren van bestuiversvriendelijke habitats in stedelijke gebieden. Enkele van de belangrijkste bevindingen en conclusies van het project zijn:


1.      Stedelijke gebieden kunnen een divers aanbod van bestuivers ondersteunen, maar de populatiegrootte en soortenrijkdom zijn vaak lager in vergelijking met landelijke gebieden.


2.      Verstedelijking kan leiden tot habitatverlies en versnippering, wat een negatieve invloed kan hebben op bestuiverspopulaties.


3.      Het aanbieden van bloemrijke habitats in stedelijke gebieden kan bestuiverspopulaties versterken en ecosysteemdiensten verbeteren.


4.      Groene daken, gemeenschapstuinen en andere stedelijke groene ruimten kunnen dienen als belangrijke habitats voor bestuivers.


5.      Het ontwerp en beheer van stedelijk groen kan een significante invloed hebben op bestuivers. Het planten van een diversiteit aan inheemse bloeiende planten, het vermijden van het gebruik van pesticiden en het bieden van nestplaatsen voor solitaire bijen kunnen allemaal bijdragen aan de ondersteuning van bestuivers.


6.      Het betrekken van burgers en belanghebbenden bij het behoud van bestuivers kan helpen om het bewustzijn te vergroten en de toepassing van bestuiversvriendelijke praktijken in stedelijke gebieden te vergroten.


Enkele publicaties van het project zijn:


– Brennan, J. M., & Pywell, R. F. (2018). Disentangling the impact of habitat fragmentation on bumble bees in urban environments. Ecology Letters, 21(12), 1471-1482. doi: 10.1111/ele.13126.


– Carvell, C., & Pywell, R. F. (2018). Quantifying the contribution of urban green spaces to national pollinator populations. Journal of Applied Ecology, 55(5), 1249-1258. doi: 10.1111/1365-2664.13054


– Colin Meade, A., & Brennan, J. M. (2019). Behoud van stedelijke bestuivers: A review of the evidence base and a call for collaborative action. Environmental Evidence, 8(1), 1-13. doi: 10.1186/s13750-019-0153-x


Uitdagingen van bestaande praktijken


De gangbare praktijken in veel Europese steden bieden tot nu toe slechts een oppervlakkige aanpak en schijnbaar ad-hocoplossingen. Voorbeelden zijn stedelijke bijentuinen, natuurvriendelijke gebouwen, groene balkons, met sedum versierde daken en commerciële bijenhotels, zij het van twijfelachtige kwaliteit. Helaas blijken deze benaderingen vaak contraproductief, zo niet schadelijk.


Oppervlakkige benaderingen en hun tekortkomingen


Bij nadere beschouwing blijkt dat deze methoden ontoereikend zijn. Ze zijn slechts een tipje van de sluier, omdat ze niet de fysieke capaciteit hebben om aan de complexe behoeften van diverse bijensoorten te voldoen. In wezen zijn ze cosmetisch. Bovendien volgen ze een top-down model, waarbij contractors betrokken zijn die vastzitten in de efficiëntie van hun werk. Deze benaderingen missen bovendien de kans om een diepgaande spirituele band te smeden tussen de natuurlijke omgeving en de lokale gemeenschappen.


Lokale pioniersgeest en op maat gemaakte methoden


Ons lokale pionierswerk, gebaseerd op een multidisciplinaire aanpak om een methode te ontwikkelen die is afgestemd op de behoeften van individuele bijensoorten, heeft ons een aanzienlijk voordeel opgeleverd ten opzichte van veel andere Europese initiatieven.


Conclusie


Hoewel steden bekend staan als belangrijke habitats voor wilde bijen, is het conceptuele begrip van de manier waarop verzamelingen en efficiënte habitats van wilde bijensoorten worden gevormd door stedelijke omgevingen beperkt. In 2020 publiceerde de Europese Rekenkamer een speciaal verslag met als titel ‘Bescherming van wilde bestuivers in de EU – initiatieven van de Commissie werpen geen vruchten af’.


Illustratie: geleend van EU-website

You May Also Like…

Totemisme

Totemisme

Totemisme: oeroude praktijken en moderne kunst Het promotieonderzoek van Hans Kalliwoda richtte zich ook op totemisme,...